Woordsoorten zijn als de bouwstenen van elke taal, omdat ze vrijwel alles vertellen over een bepaalde actie zoals wie, wat, waar en wanneer.
In het spaans hebben we de bepaalde lidwoorden (el, la, los, las) en de onbepaalde lidwoorden (un, una, unos, unas). Deze woorden horen bij een zelfstandig naamwoord en bepalen het geslacht van het woord.
Zelfstandige naamwoorden duiden personen, plaatsen, dingen of concepten aan. Ze zijn altijd mannelijk (un, el, los, unos) of vrouwelijk (una, la, las, unas). Maar hoe weet je nu of een zelfstandig naamwoord mannelijk of vrouwelijk is?
Zelfstandige naamwoorden die verwijzen naar mannelijkheid krijgen de lidwoorden el, los, un of unos. Zij die verwijzen naar vrijwelijkheid la, las, una of unas. Vaak kun je ook het geslacht bepalen aan de hand van de uitgang. Zelfstandige naamwoorden die eindigen op -a, ción, sión, ad, ez. zijn meestal vrouwelijk. Zij die eindigen op -o, -ma of andere medeklinkers zijn dan weer meestal mannelijk.
Er zijn heel wat voornaamwoorden, onder andere personlijke voornaamwoorden, lijdend voorwerp voornaamwoorden en meewerkend voorwerp voornaamwoorden.
hiervoor verwijzen we naar de pagina waar de werkwoorden meer indetail worden besproken.
wordt vervolgd...